Home | Onze honden | Nieuws | Nestjes | Pupbemiddeling | Fotopagina | ||||||
Rasstandaard | Gastenboek | Links | Memoriam | Diversen | DDR-Lijn |
DDR-LIJN
Na de tweede
wereldoorlog werd Oost-Duitsland gescheiden door een muur. Deze muur
heeft ervoor gezorgd dat er twee populaties Duitse Herders werden
ontwikkeld. Aan de Oostkant richtte men zich op de diensthonden die
opvielen door hun natuurscherpte, hun gevarieerde kleuren (met veel
pigment en vaak zeer donker grauw) en hun compacte bouw met
krachtige koppen en beenderen. In het Westen ontwikkelde, mede door
de commercie, de zwart-bruin gekleurde multi-inzetbare huishond, a
la Commissaris Rex.
|
Nadat in 1990 de muur
was gevallen viel heel de werkhondenwereld de voormalige DDR binnen
en alle honden die ook maar enigszins op een werkhond leken werden
opgekocht. Dit is de reden dat men in het oorspronkelijke
Oost-Duitsland nog maar weinig honden zal tegenkomen met het
oorspronkelijke DDR-bloed.
|
Veel liefhebbers van
werkhonden koesteren de honden uit deze DDR-lijn vanwege hun
natuurscherpte en verdedigingsdrift (de hond heeft een van nature
aangeboren moed om zijn baas te beschermen).
|
De SDG (Sektion
Dienst und Gebrauchshund Wesen) ontstond in 1969. Onder deze sectie
vielen alle werkhondenrassen. Deze sectie was belast met de
keuringen en registratie van de Duitse Herder fok. Zij hebben voor
de Duitse herder de volgende fokdoelstelling opgesteld: Het fokken
van karaktersterke, temperamentvolle honden, met een goede scherpte
welke werklust bezitten en veelzijdig zijn af te richten. Het fokken
van gezonde gebruikshonden in de ruimste zin van het woord. Deze
honden moeten een hoge leeftijd kunnen bereiken, een goede
constitutie bezitten, vruchtbaar zijn en weinig erfelijke fouten
hebben. Het fokken van mooi gevormde honden met een goede
pigmentering, zoveel mogelijk van het gelijke type met een zo groot
mogelijk loop- en uithoudingsvermogen.
|
Om met een hond te
mogen fokken moest aan zeer strenge eisen worden voldaan. Zo moest
een teef met al haar nakomelingen op een show beoordeeld worden. Bij
deze keuringen werd gebruik gemaakt van het Wertmessziffern systeem.
Volgens dit systeem werd de waarde van de hond voor Staatsdienst
bepaald. Bij de keuring kreeg de hond een getal van 6 cijfers, 4
cijfers voor de streep en 2 achter de streep, bijvoorbeeld 5545/55.
Achtereenvolgens werden het formaat, de constitutie, de
lichaamsbouw, het karakter en achter de streep de scherpte en
hardheid beschreven. Voor de Staatsdienst waren de laatste 3 cijfers
belangrijk, dus ...5/55. Deze drie cijfers beschrijven het karakter
van de hond. Men had dan een "ausgeglichene, gutartige Hund, hart
gegen Einwirkungen (de laatste 5 voor de streep) und schärfe und
härte sehr gut (de twee cijfers na de streep)". Een hond met ...5/55
was dus ideaal voor de Staatsdienst. Na de val van de muur is deze
manier van keuren verdwenen een kregen de DDR-honden ook geen DDR
meer in de stamboom.
|
De africhting in de DDR had meer raakvlakken met de huidige KNPV (politiehonden dressuur) als met het VH of Sch-hond programma van vandaag de dag. Men kende als sportafrichting:
Deze africhtingscertificaten werden erkend en aangetekend op de stamboom. |